vrijdag 25 december 2009

CEES VERMEULEN WINDSANT REVIEW.AUG 2009



CEES VERMEULEN WINDSANT REVIEW 01
Hij is zanger-gitarist-componist-tekstdichter-producent-manager èn marktkoopman. Maar ook dat levert niks meer op. Het is treurig. Cees VermeulenWindsant (alias Mike Vincent ) is en blijft de man van zijn hit ’Friet met mayonaise’. Ondertussen verkocht hij wel meer dan drie miljoen platen…

Cees heeft zijn vrouw meegenomen, Marijcke. Dat is handig, want Marijcke kan nu mooi corrigeren wanneer Cees er een beetje naast kletst. En dat doet hij de hele avond.Marijcke (stopzinnetje: ’We zijn op vakantie!’) kwettert er in elk geval voortdurend informatief of adviserend tussen. ,,Dat is veel te langdradig wat je nou vertelt, Cees.’’ Cees Vermeulen Windsant, artiestennaam: Mike Vincent. ,,Mijn opa had een confectiefabriekje in de Jordaan, hij was volgens zegge de enige leverancier van C&A. Er waren dertien kinderen, daarom werd er een huishoudster aangetrokken, een juffrouw Windsant. Op zeker moment heeft mijn opa, omdat m’n oma al jong was overleden, onze naam veranderd in Vermeulen Windsant, als een ode aan de huishoudster. Tenminste, dat is het verhaal.’’ Marijcke, die haar lippen even heeft gestift: ,,Het is een van de verhalen, Cees, je weet helemaal niet waarom je Windsant heet.’’

Hoe dan ook: binnenkort verschijnt er een boek en een dubbel-cd over de Bossche jaren van de Indo-rock, 1959-1969. Iedere vijftigplusser uit de stad herinnert zich de wilde weekends rond allerhande bandjes met de typische Andy Tielman-sound die iedereen probeerde na te doen. De cd’s worden verzorgd door Cees Vermeulen Windsant, het boek is van Coen Free, directeur en docent op het Koning Willem I college. Cees: ,,Free vindt mij een trendsetter.’’ Marijcke: ,,Dat boek wil ik wel eens lezen dan.’’ Op die cd’s komen veertig nummers van dertien groepen uit die tijd. ,,Maar ook Sandra Reemer, die al in 1961 een hitje had.’’

Bij een frisse, met kokosmelk, wijn en een slootje rum gevulde meloen vertelt de muziekfreak over vroeger. ,,Ik was vijftien toen ik met open mond de Tielman Brothers voor het eerst zag spelen in de Cosmopoliet. Ikzelf speelde gitaar. Drie jaar later kwam ik bij toeval, als invaller, bij de Flying Rockers. Twee van de vier waren Indische jongens. Onze zanger was Little Remy. Met de Flying Rockers hebben we tot 1970 gespeeld.’’ Marijcke was in einde jaren zestig al zijn lief, maar mocht van haar vader nooit naar een optreden van haar vriendje. ,,Het was ook een gemêleerd milieu dat er bij ons kwam kijken. Uren voor aanvang van een concert stonden er ook al honderden meiden in petticoat te wachten. Echte Beatles-taferelen.’’ bekend van latere tijden. Op die spoedig te verschijnen cd’s vol vroege Bossche rock komt ook een nummer van Addie van den Krommenacker voor, toen zanger van ’The Square’. ,,Goede zanger, Addie! The Shuffles staan er ook op. In 1968 kwamen die geregeld naar ons kijken. The Shuffles konden ons niet evenaren - zei een bandlid onlangs -, want wij hadden die twee Indo’s. The Shuffles gingen toen op de toer van The Ivy League, close-harmony. Er komen vier demo’s op van voor hun hit met Albert West als zanger Sha la la op de cd.’’

Er is een geurig bordje champignonsoep. Cees begint intussen aan een reeks anekdotes uit zijn lange carrière in de showbusiness. Kostelijke verhalen over Silvio Berlusconi in Milaan, door Vermeulen Windsant 30 jaar geleden al ontmaskerd als een oplichter, over Charles Aznavour, Demis Roussos, prins Reinier van Monaco, Abba en natuurlijk de artiesten uit eigen stal, zoals Dolf Brouwer (Sjef van Oekel) en IJf Blokker (Barend Servet). ,,We gingen zelfs in België op toernee. Zegt de kastelein voor de voorstelling: ’Zeg tegen meneer Brouwer dat hij zijn taalgebruik aanpast, de mensen hier moeten niet hebben van kut en lul.’’ Ik vertel het Dolf, die stapt het podium op en roept: ,,Goeieavond mensen, ik hoor net van de kastelein dat ik hier geen kut en lul mag roepen.’’ Achterin de zaal zag ik de mensen meteen weglopen, haha.’’ Ted de Braak liep ook weg. ,,Die had net een hit, ’Glaasje Madeira’. Wij op pad. Maar waar we kwamen, was geen piano, zoals afgesproken. Ted trok z’n snor af, want dat was in die tijd een opplaksnor, en zegt: ’Ik ga.’ En verdomd, weg was-ie.’’ Hij maakte zelf ook plaatjes.

Op zeker moment werd ik gevraagd een Nederlandstalig nummer te zingen door Eric Boom (uit The Lords). Arrangeur Ad Kraamer en drummer Fransje Meijer, die Sandra en Andres begeleidden, - waarbij ik ook nog diverse keren meedeed als trio op de bas -hadden een Spaans nummer met een leuk ritme voor me. Daarmee kwam ik op tv: ’Op volle toeren’. Het liedje heette ’Oh oh Julie’, dat was in 1973.’’ Marijcke: ,,Mijn vader heeft je toen nog op tv gezien en die was terminaal, dus was het’72.’’ Cees: ,,Oh, dan moet ik dat nog even laten aanpassen in het boek. Enfin, nu is iedereen op televisie, toen niet. We hebben dat nummer in drie talen opgenomen. Ik heb toen wel snel gezien hoe het werkt in de showbusiness. Ik heb er altijd een hekel aan gehad als anderen over mijn rug verdienden. Daarom ben ik uit frustratie een eigen platenlabel begonnen, Electrogram, zoals m´n platenzaak op de Helftheuvel heette die ik had.’’ Marijcke: ,,Die had je nooit zo snel weg moeten doen.’’ Ze stift haar lippen nog maar eens.

Cees belieft wel een rood wijntje, Marijcke wordt al jaren gedwongen wit te drinken. ,,Ik heb rheuma.’’ Cees heeft ook rheuma, maar alleen in zijn handen, van het gitaarspelen, en misschien ook wel van alle ergernis. Zijn grootste hit, ’Friet met mayonaise’, achtervolgt hem nog altijd, zelfs op deze prachtige, vierde zondagavond van augustus, want daar komt het hoofdgerecht op tafel: gegrilde tonijn op een bedje van zeekraal èn friet met mayonaise. ,,Iedereen is blijkbaar vergeten dat ik voor ’Friet’ al meerdere platen had gemaakt en daarna nog meer dan vijftig. Het klinkt opschepperig, maar als ik alles optel, zijn er van mij meer dan drie miljoen platen verkocht. Ik reken dan ook de verzamelelpees mee waarop een nummer van mij stond, zoals die ene van de Story waar er 300.000 van zijn verkocht. Dat tikt aan, hè. In de jaren zeventig had ieder gezin in Nederland wel een nummer van mij in huis.’’ (inclusief de coverversie van Johnny Hoes die het ook nog van mij jatte!) De muziek van ’Friet’ was gejat, de tekst was van jou?,,De muziek was niet gejat, dat heet een cover. De tekst was van mij.’’ Marijcke: ,,Van mij!’’ Cees: ,,Jij leverde kreten.’’ Marijcke: ,,Hele teksten, Cees! Die hit van Trea Dobbs, die eerst voor Conny Baars was. En andere feestnummers.’’ Hoe zit het nou? Marijcke: ,,De hoofdtekst van ’Friet’ was van mij. We hadden een feestje van de winkeliers- en voetbalvereniging waar Cees voorzitter en sponsor van was. Daar werd flink geborreld, maar er was op een keer niks te eten. De DVO voetbalclub ging spontaan als koor mee naar TOPPOP en Volle Toeren. Dus was het drinken en dansen. Onder meer op ’Gigi L’Amoroso’. Ik riep toen: ’Wij willen friet met mayonaise’. Cees zei: ’Daar maak ik een plaatje van.’ Ik weet nog dat ik zei: ’Doe niet zo ordinair.’ Maar dat plaatje kwam er dus.’’
Cees: ,,Ik ben toen geweldig besodemieterd. Er zijn er meer dan 100.000 van verkocht, maar meer dan helft is nooit afgerekend. Je protesteert uiteindelijk en dan blijkt het label failliet…’’ We eten, drinken, praten, lachen. Marijcke stift de lippen nog eens.

De fotograaf probeert een andere lichtinval, zijn assistent heeft een suggestie. Cees roept: ,,Nog iemand friet? Dan eet ik de rest op.’’ Bij een nieuw glaasje wijn vertelt hij over de treurige stand van zaken in zijn metier. ,,De business is kapot. De studiotechniek is sterk verbeterd, je hebt helemaal geen muzikanten meer nodig. Op je zolderkamertje maak je voor een paar honderd euro een single. Ik was twaalf-, soms vijftienduizend gulden kwijt, dan had ik Benny Behr op viool of het volledige Metropole Orkest à 3000 gulden per dag. Maar de platen van nu klinken eenvoudiger!’’ Er is ook een heel klein beetje goed nieuws. ,,De oudjes komen weer terug. Sandra Reemer wilde weer wat gaan doen, ze wist nog niet wat. Ik heb met Ria Valk een single gemaakt. En ik heb met Anneke Grönloh twee dvd’s en drie cd’s gemaakt. (Marijcke: ,,Ja,ja als man met de mijter en witte baard.’’) Het verkoopt alleen niet omdat alles wordt gejat.
Het is rippen, jatten en kopiëren. Ik ben opgehouden met investeren. Anneke beseft ´t nog amper, maar ik moet er mee stoppen. Ik heb er 20.000 euro in gestoken. Bij de presentatie van haar laatste cd in Nederland kwam er ineens iemand aan zetten met een gouden plaat, zogenaamd voor 25.000 platen die in Maleisië waren verkocht. In werkelijkheid was er op dat moment nog niet eentje verkocht. Tot op heden is er van die twee dvd’s en drie cd’s nagenoeg niets van verkocht. Maar zo gaat het overal, al die gouden platen zijn nep, tot die voor Marco Borsato toe vermoed ik. Maar ja, de fotografen flitsen, het komt in de krant… Ik heb voor miljoenen geproduceerd, dat had mijn pensioen moeten zijn.

Alle café’s hebben tegenwoordig een music-manager, zoals dat heet, een soort jukebox met 5000 tracks. Een man uit Geldermalsen of zo verhuurt ze aan de café’s met een duur abonnement. Bijna tien procent van die nummers zijn van ons, maar ik heb nooit toestemming gegeven dat ze in die music-managers terecht kwamen.’’ en ontvang daar ook niets van ! De kasteleins betalen Buma maar weten niet dat het illegaal verkregen materiaal is! Op de Bossche markt, waar hij cd’s met meezingers verkoopt, is het ook na 25 jaar bijna voorbij. ,,Ik leg er tegenwoordig geld op toe. Staan er twee huisvrouwen voor m’n kraam, zegt de een tegen de ander: ’Als jij ‘m koopt, kan ik ‘m kopiëren’. En dan hebben ze nog het lef te vragen of ik weet waar ze blanco cd’tjes kunnen kopen… Ja, even verderop, bij een buitenlander, met alle respect, daar kosten ze een kwartje. Terwijl de thuisheffing 48 cent is! Als je naar de marktmeester stapt, zegt-ie: ’Dat is mijn pakkie an niet.’’ Iemand van de Stichting Thuiskopie is gaan kijken, zei die man: ’Ik breng volgende keer de rekeningen mee.’ Jaja. Ach, wat ik verdien, daar kun je nog geen sigaret van draaien, zeggen ze weleens.’’
Het toetje, een romig puddinkje met veel vers fruit. Marijcke is vooral geinteresseerd in het romige deel van het gerecht.

Het leven is goed, zo. ,,In veertig jaar zijn we zes keer op vakantie geweest, een van die keren was naar Tunesië, van het geld dat ik met ’Friet’ had verdiend. Ik hoor daar een melodietje en ik heb er meteen een nummer van gemaakt wat wereldwijd is uitgebracht. Een nr.1 in Tunesie behaald. Dat heb ik onder andere naar Frank Farian gestuurd, in Duitsland, producer van onder anderen Boney M. Hij had geen interesse. Wat schetst mijn verbazing toen een jaar later een nieuw nummer van Boney M uitkwam: ’Ma baker’. Dat was mijn arrangement en idee! Enfin, procederen, Joost den Draaijer, Willem van Kooten dus, (mijn toenmalige uitgever) ingeschakeld, die zou het regelen. Maar die regelde het voor zichzelf het beste. Van Kooten heeft daarna met Farian goud verdiend.’’

Marijcke: ,,Cees is geen zakenman, Cees is een kunstenaar.’’ Cees: ,,Al in de tijd van ’Friet’ werd ik misselijk van het wereldje. Een artiest is een marionet. Het is een heel zielig beroep, feitelijk, vooral in het begin. Je moet echt door de stront. Ik heb zes jaar een boekingsbureautje gehad, André van Duin en Jos Brink (God hebbe zijn ziel) nog naar Boxtel gehaald voor 75 gulden. En ik heb Jan Vis wat kunstjes geleerd voordat ie hier begon.’’

Hij was de sinterklaas voor de artiesten, zegt-ie. ,,Ik was de ideeënman van een ander. Dat is triest, aan de andere kant geniet ik er ook wel van. Ik ben toch een trend-setter geweest, heb in elk geval wat neergezet.
Heb nu ineens politieke ambities geïnspireerd door Rita Verdonk, dus over 20 jaar praten ze nog over me.’’ Marijcke tuit de rode lippen. Zou het zijn? Ach, zie je haar denken: wat geeft het allemaal, we zijn op vakantie op deze bol en we gaan er allemaal weer vanaf!.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten